Stap voor stap, meter na meter, over rotsachtige paden, en voortdurend gemeen klimmend. De uitputting nabij na 13 uur strompelen, zwoegen, op adem komen en doorhalen: zelfs voor het laatste klimmetje van zo’n 20 meter moet ik nog moed verzamelen om door te gaan. Ik zie de blauwe tent van de check-in: als ik daar ben heb ik ook mijn derde stempel binnen….
Donderdag 16 augustus. Bij het registreren voor de tocht krijg ik mijn stempelboekje, de maaltijden en de kaart voor de route. De sfeer is gemoedelijk. Iedereen kijkt er naar uit om te mogen starten. Teruglopend naar de caravan zien we dat de camping vol begint te stromen met trekkerstentjes. In het toiletgebouw is het druk: daar maakt men goed gebruik van keuken, douches en sauna.
De volgende ochtend staan we, na een busreis vanaf Kiruna, aan de start in Nikkaluokta. Het is zwaar bewolkt, en iedereen trekt zijn regenkleding aan en doet het regenscherm om de rugzak. Die wegen we ook: 17 kg, en dat valt me niet eens tegen. Om negen uur precies beginnen we in file aan de tocht van 110 km naar Abisko.
Het duurt niet lang of de groep loopt uiteen. Met een rustig tempo gaat het de eerste twee uur nog prima. Dan, na een rugzakcontrole op vijf km na de start (hier kijkt men hoe je erbij loopt en of de rugzak naar behoren meegedragen wordt) begint het rotsachtige pad, dus bij elke stap opletten waar je je voeten neer zet. Dan begint bij mij al gauw de vermoeidheid toe te slaan. Het lijkt alsof ik nog niet helemaal hersteld ben van mijn rib-blessure, waardoor ik nu al mijn reserves op het gebied van conditie en doorzettingsvermogen moet aanspreken. Het helpt ook niet dat ik nu al gepasseerd wordt door zoveel mensen die fris en fruitig door kunnen.
Het is niet eenzaam op de trail: “Murphy” loopt met me mee. Als ik na een goede acht km op mijn gps kijk blijkt dat ik al 385 km heb gelopen. Helaas, zo snel ging het niet. Even later geeft mijn foto-toestel aan dat de accu leeg is, en als ik lopend over een vlonder moet steunen op mijn pole schuift-ie langzaam in elkaar, waardoor ik bijna de rivier in val…. Dit kon wel eens een zware tocht worden.
Eenmaal aangekomen bij checkpoint Kebnekaise kom ik met een kop koffie weer een beetje bij. Ik zet er mijn tent op, maak een maaltijd klaar en na een kop thee lig ik om zeven uur in mijn slaapzak: lijkt vroeg, maar wat ben ik moe.
Na een rusteloze nacht ben ik om half zes weer aan de wandel. Met het hoogte-profiel van de tocht in gedachten weet ik dat het de komende dagen alleen maar gaat stijgen, En de rugzak, die aan het begin 17 kg woog, lijkt elke kilometer een kilo zwaarder te worden.
Deze tweede dag blijkt een lijdensweg. Met een “snelheid” van 1,8 km/u kom ik om half één aan op het tweede checkpoint. Na een rustpauze van drie kwartier ploeter ik verder. Onderweg ontmoet ik veel andere hikers: zij lopen mij voorbij als ik weer even op adem sta te komen. Velen informeren hoe het gaat. En ik blijf maar herhalen: “Het gaat prima”, zelfs na (alweer) een valpartij!
Na het laatste klimmetje om bij de blauwe tent van de check-in van Sälka te komen merkt de dame van de organisatie op dat het niét prima gaat. Ze oppert dat het wellicht beter is te stoppen. En ook al wil ik er niet aan: ze heeft gelijk dat het onverantwoord is om zo verder te gaan. Ik ben uitgeput, oververmoeid, koud tot op mijn botten en niet meer in staat om adequaat te reageren.
Met mijn derde stempel op zak, dat dan weer wel, zie ik de volgende ochtend in vogelvlucht waar ik had moeten lopen. Per helikopter lijkt het allemaal zo veel eenvoudiger.
In Abisko laat ik Elly weten dat Sälka het eindstation was. Zij komt me ophalen. En wat een enorme verrassing is het als niet alleen zij, maar ook Manon uit de auto stapt. Zonder dat ik er ook maar iets van wist is zij afgelopen vrijdag naar Kiruna gevlogen om mij in te kunnen halen. Een mooier welkom had ik mij niet kunnen wensen.
Sälka zien en dan… is het genoeg geweest.
Ik had me de tocht anders voorgesteld.
Maar toch: wat een ervaring. Ik had het voor geen goud willen missen.
Uiteindelijk heb ik voor de derde keer (een gedeelte van) de Fjällräven Classic gelopen. En daar bewaar ik, ondanks de afloop, bijzonder goede herinneringen aan.